Natuurinclusieve landbouw is samen uitproberen

15-12-2020
852 keer bekeken

Al generaties lang runt de familie Ansems een kaasboerderij in Hoogeloon, in het hart van de Brabantse Kempen. Sinds Corné en zijn zus Erica het bedrijf in 2017 overnamen, wordt een andere koers gevaren.

Zij bouwen aan een duurzaam en diervriendelijk bedrijf, dat volop experimenteert met natuurinclusieve landbouw en dat tegelijkertijd winstgevend is.

Kaasboerderij De Ruurhoeve

Kaasboerderij De Ruurhoeve bestaat uit 65 melkkoeien, 60 hectare grond en een kaasmakerij. De Ansems wonnen diverse prijzen voor beste kaas met onder andere hun La Trappe bierkaas en truffelkaas. En dat trekt mensen aan. Jaarlijks ontvangen ze zo’n 14.000 toeristen op hun terras en in de landwinkel. Corné vertelt de gasten graag over de manier waarop zij natuurinclusief én diervriendelijk boeren.

Dierenwelzijn

Iedereen is welkom om in de stal te kijken en te zien dat kalveren op de Ruurhoeve niet gescheiden worden van hun moeders. “Het Louis Bolk Instituut en de Wageningen Universiteit doen op dit moment bij ons onderzoek naar de voor- en nadelen van kalveren die bij de koe blijven,” zegt Corné. En als ze de vergunning voor een potstal krijgen, gaat De Ruurhoeve binnenkort nog een stapje verder met dierenwelzijn door de hoorns van de koe niet meer te verwijderen. Een potstal biedt meer ruimte voor de gehoornde koeien.

Natuurinclusieve landbouw

De vaste mest uit de potstal zal ook bijdragen aan een gezondere bodem. Daarnaast verbouwen Corné en Erica zoveel mogelijk GMO-vrij kracht- en ruwvoer zelf en werken ze samen met een akkerbouwer om de gewassen elke vier jaar te kunnen roteren. Met agroforestry in strokenteelt wil Corné zacht fruit, kastanjes, noten en voederbomen verbouwen. 25 hectare van hun landbouwgrond ligt langs de ecologische hoofdstructuur en is daarom volgens hem uitermate geschikt voor natuurinclusieve landbouw. Samen met een coach, die beschikbaar is gesteld door de provincie Noord-Brabant, is hij bezig om een goed verdienmodel te ontwikkelen voor dit deel van zijn bedrijf. Met Waterschap de Dommel probeert hij natuurdoelen te halen door waterbuffels en varkens toe te voegen aan de melkveehouderij.

Kaas met bloemetjessmaak?

Dat Corné ondernemend is, is duidelijk. Hij lanceert het ene na het andere project om te kijken wat er werkt op zijn boerderij. ‘Learning by doing’ is de term die hij vaak gebruikt. In 2017 zijn ze begonnen met een test voor kruidenranden langs watervoerende sloten. Dat was met een koud en nat voorjaar van 2018 nog niet zo makkelijk. “Er kwam lange tijd niets op, dat was wel even eng. Maar uiteindelijk werd het een mooi uitgebalanceerd mengsel.” Om risico’s van mislukking te beperken, werkt Corné samen met zadenveredelaar Barenburg. “Dit bedrijf wilde de zaden voor kruidenrijk gras leveren omdat het zelf ook zoekt naar de juiste kruidenmengsels voor melkveehouders. Zo helpen we elkaar. De koeien krijgen nu de kruiden van vorig jaar te eten en het is ontzettend spannend om te zien of de kaas daar anders van gaat smaken. Het is echt een experiment. Misschien dat ik straks denk: nou, dat smaakt wel heel erg naar bloemetjes.”

Waardering voor natuurinclusieve landbouw is nodig

Natuurinclusieve landbouw is voor Corné en zijn zus een duurzame oplossing in een veranderende wereld. “Mensen zijn gewend om producten van hoge kwaliteit te kopen voor een heel lage prijs. Dat is mooi, maar de boer kan er niet van leven.” Dus moeten boeren volgens Corné op zoek naar slimme, duurzame oplossingen. Wel zou hij graag meer waardering willen hebben voor de zogenaamde ‘zachte waardes’ van natuurinclusieve landbouw, zoals biodiversiteit, een mooi landschap, bodemgezondheid, schone lucht en schoon water. Ook in euro’s. Want alleen dan kan de boer een goede boterham verdienen met natuurlijk boeren en het bedrijf gezond houden voor de volgende generatie.

Samenwerken en van elkaar leren

De omslag naar natuurinclusieve landbouw is leuk, maar ook spannend. Het is een kwestie van uitproberen. Corné: “Ik kan wel een heel veld vol notenbomen en fruitbomen planten, maar we moeten gaandeweg kijken of dat wel werkt. We weten nog niet alles. Zo kun je waarschijnlijk de laatste snee onder de bomen niet maaien omdat er dan blad in je ruwvoer zit. Maar de schaduw die de bomen geven, is weer heel goed voor de koeien, varkens en kippen. In de zomer ervaren de dieren minder hittestress, dus is er een betere productie.”

Samenwerking is voor hem onontbeerlijk: met andere boeren, met voorlopers, met netwerken van natuurlijke boeren, met onderwijs- en onderzoeksinstellingen, met het Netwerk Agroforestry, de waterschapen, met de gemeente en provincie én met de consumenten. In een transitie naar natuurinclusieve landbouw moet je van elkaar kunnen leren en bekijken wat de beste keuze is voor jouw bedrijf. Corné heeft daar vertrouwen in: “We hebben geen blauwdruk voor wat goed en minder goed werkt. We moeten het samen uitproberen.”

Hulp bij omschakeling naar natuurinclusieve landbouw

De provincie Noord-Brabant wil tussen 2020 en 2022 veertig grondgebonden veehouders begeleiden en ondersteunen bij de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw. Dat is niet alleen goed voor een vitale bodem en de biodiversiteit, maar ook voor de economische gezondheid van het bedrijf en een positief imago van boer en sector.

Veehouders krijgen subsidie voor een ondernemerscoach die helpt bij het maken van een bedrijfsplan voor de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw. Daarnaast geeft de provincie financiële ondersteuning, via een koop- erfpachtconstructie, aan boeren die grond nodig hebben. De subsidie is ook beschikbaar voor samenwerkende boeren waarvan er minimaal één veehouder is.

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen