Ammoniakreductie in stallen voor biologische varkens

15-12-2022

De Taskforce Toekomstbestendige Stallen brengt kennis, netwerken, financiën, praktijkvoorbeelden en nieuwe en bestaande technologische oplossingen samen voor de toekomstbestendigheid van de veehouderij. Wij helpen veehouders en leveranciers met het ontwikkelen en implementeren van innovatieve stalsystemen. Daar komen technische, economische, juridische en maatschappelijke aspecten bij kijken. De implementatie van innovatie voor een duurzamere voedselketen vraagt samenwerking op al deze fronten. Zo verbinden we ontwikkelaars van stalsystemen, technologie, deskundigen en onderzoeksorganisaties om te komen tot integrale oplossingen.

Ondertussen komen er steeds meer stalinnovaties beschikbaar om te verduurzamen. Wilt u voorbereid zijn op de toekomst van de veehouderijsector en emissies bij de bron aanpakken? Heeft u als veehouder hulp nodig bij de implementatie van een nieuw stalsysteem? Heeft u een idee of concept voor een innovatie dat kan bij kan dragen? Wilt u misschien aanhaken op een lopend initiatief? Neem dan contact op met de Taskforce Toekomstbestendige Stallen.

Uitdagingen

De veehouderijsector staat voor allerlei uitdagingen. Het verlagen van schadelijke emissies zoals stikstof, CO2, methaan, geur is hier maar één van. De Taskforce is ervan overtuigd dat slimme technologieën helpen om de stallen op een duurzame wijze toekomstbestendig te maken. Dat is in het belang van dier, boer, omgeving en economie. Diverse bedrijven hebben slimme oplossingen ontwikkeld voor een deel van de problematiek. Maar er is een sterke behoefte aan een meer integrale benadering. Bovendien is het van belang om de verduurzaming van stallen zo veel mogelijk bij de bron aan te pakken.

In Brabant zijn deze uitdagingen extra urgent. Vanaf 1 juli 2024 moeten stallen die ouder zijn dan 15 jaar (rundvee 20 jaar), voldoen aan de reductie-eis van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant (IOV) . De nieuwe wet- en regelgeving betekent voor veehouders dat ze op termijn moet investeren in emissie reducerende technieken. Wilt u als veehouder weten wat mogelijke oplossingsrichtingen zijn? Neem dan contact op met de Taskforce Toekomstbestendige Stallen.

Nieuws

De provincie Noord Brabant en het ministerie van I&W hebben opdracht gegeven aan WUR om de mogelijkheden voor ammoniakreductie bij biologische varkensbedrijven te onderzoeken. Het onderzoeksrapport is gepubliceerd en de conclusies lees je in dit bericht.

De schattingen van de ammoniakemissie uit huidige biologische stallen laten zien dat deze voor vleesvarkens en dragende zeugen iets hoger liggen dan de referentiewaarden voor reguliere stallen, terwijl deze voor biggen en kraamzeugen lager liggen. Om de ammoniakemissie te reduceren is het in de eerste plaats van belang dat hokbevuiling zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Door daarnaast nog aanvullende maatregelen te nemen kan de ammoniakemissie met ca. 20 – 55% worden gereduceerd. De extra kosten voor ammoniakemissiearme biologische stallen lijken bij nieuwbouw voor systemen die een reductie geven tot ca. 40% mee te vallen. Bij de varianten die een reductie geven van meer dan 40% zijn de kosten meer, tot zelfs sterk, verhoogd.

Onderzoeksopzet

De biologische varkenshouderij wil samen met de rijksoverheid komen tot een inspanning om de ammoniakemissie te beperken. De vraag daarbij is wat de (technische) mogelijkheden zijn.

De activiteiten in dit project bestonden uit een combinatie van een deskstudie, praktijkmetingen en modelberekeningen. Door de werkgroep met vertegenwoordigers vanuit de overheden, de (bio-)sector, het advies en het onderzoek, zijn verschillende opties geïnventariseerd om de ammoniakemissie op biologische varkensbedrijven te verminderen.

Vervolgens is een overzicht samengesteld met perspectiefvolle maatregelen die toepasbaar zijn in biologische varkensstallen (met uitloop). Hierbij is het van belang dat deze maatregelen goed worden gedefinieerd en dat de reductiepercentages zoveel mogelijk zijn onderbouwd. Om reductiepercentages te kunnen schatten is het verder belangrijk om de huidige referentiesituatie vast te stellen.

Ook zijn in gesprek met biologische varkenshouders daarnaast nog een aantal aanvullende vragen naar voren gekomen die ook in het rapport zijn beantwoord.

De reducerende principes

De volgende ammoniak reducerende principes bieden perspectief voor toepassing in de biologische varkenshouderij:

  • Verdunning van mest met water in zogenaamde waterkanalen
  • Verwijdering van mest met schuif of band
  • Verkleining emitterend kelderoppervlak.
  • Rondloopstal met zeugenvoerstation en strobed

Het onderzoek geeft naast een overzicht van reductie opties ook schattingen van de ammoniakemissies uit huidige biologische stallen en van ammoniak-reducerende systemen.

Lees het volledige rapport hier.

Ambitie provincie

Deze ontwikkeling draagt bij aan de ambities van de provincie voor de landbouw- en voedselketen van morgen, zoals beschreven in het beleidskader Landbouw en Voedsel 2030. Daarbij stelt de provincie zich onder andere ten doel dat in 2030 15% van de landbouwgrond wordt benut door biologische boeren. Met dit onderzoek wil de provincie er samen met partners voor zorgen dat agrarisch ondernemers die dit willen en kunnen, in staat worden gesteld om over te stappen naar biologische productie. En dat het aandeel daarvan in de Brabantse landbouw toeneemt. Zo levert biologische landbouw een belangrijke impuls aan de verdere verduurzaming van de Brabantse voedselproductie en de kwaliteit van het bodem- en watersysteem.  

Afbeeldingen

X (voorheen Twitter)

Cookie-instellingen
Cookie-instellingen sluiten

Cookie-instellingen

Deze website maakt gebruik van cookies. Lees meer over cookies in onze cookieverklaring.


Deze cookies verzamelen nooit persoonsgegevens en zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website.

Deze cookies verzamelen gegevens zodat we inzicht krijgen in het gebruik en deze website verder kunnen verbeteren.

Deze cookies zijn van aanbieders van externe content op deze website. Denk aan film, marketing- en/of tracking cookies.